Dag 6.

12 augustus 2008

Hotel Ptarmigan Inn in BanffGoed geslapen, goed gemutst 's morgens om 6:00 uur en 4 graden boven nul. Is dit nu de temperatuur om voor je plezier op de motor te zitten ? Jawel hoor en het wordt steeds beter. Het belooft vandaag een schitterende dag te worden. We zijn van plan om vroeg te vertrekken voor de grootste afstand van deze trip naar Nelson, 320 mijl staat er op de planning. Eerst maar eens ontbijten in het prachtige Hotel Ptarmigan Inn.

Dit hotel heeft eenheidsprijzen en je mag voor $ 14,00 zoveel eten als je maar wilt, inclusief de koffie. Om 7:00 stappen we op de motor en gaan op weg. De temperatuur stijgt met de minuut en de wegen zijn formidabel. Behalve dan het gedeelte weg dat zo recht als een kaars is aangelegd en waar geen eind aan lijkt te komen. De eerste uren is het wel erg koud op de motor en tot overmaat van ramp gaat de zon ook nog even kopje onder in de wolken die op de bergen geprikt lijken.

Het eerste gedeelte van de route hebben we gisteren ook gereden maar dat valt in deze schitterende natuur helemaal niet op. Vanaf Highway 1A gaan we linksaf Highway 93 op die ons naar Kootenay Crossing voert en dwars door Kootenay Nationaal Park koerst. De wegen zijn zo prachtig en de natuur zo wonderschoon dat we er flink de gang in kunnen zetten en de mijlen snel achter ons liggen. Bij Radium Hot Springs komen we alweer door een park, ditmaal Dry Culch Provinciaal Park.

Een van de vele stops tijdens onmze motorreis  door Canada in 2008We stoppen regelmatig en genieten van de prachtige meren en rotspartijen en ook van de dropjes van Riet die al aardig op beginnen te raken. Het geeft niet, want we vullen het gewoon bij met zuurballen en fruitmentos. De parken zijn hier niet van de lucht want we vallen van het ene in het andere park.

Nu weer komen we bij Athalmer door het James Chabot Provinciaals Park (zou dat familie van Bart zijn) en na Fairmont Hot Springs volgt het Canal Flats Provinciaal Park. Stuk voor stuk prachtige natuurgebieden waar wij natuurlijk geen tijd voor hebben maar er doorheen rijden is natuurlijk ook mooi.

Na Skookumchuks komen we in Wasa Lake Provinciaal Park en daarna stoppen we in Cranbrook om wat te eten. Na het eten rijden we verder in T Shirt, het is nu zo lekker warm geworden, ja hoor hier zijn we voor gekomen, dit is lekker motorrijden en genieten van alles wat er om je heen gebeurt. Hier in dit gebied zien we ook wat herten en Ed moet zelfs nog een keer in de ankers voor overstekend eigenwijs hert die denkt dat het gras aan de overkant groener en malser is.

Even verderop wordt nog een wolf gespot en we zien zelfs een beer, al zit daar weinig beweging in want hij ligt op de grond en een farmer staat er naar te kijken. Gerard wil het berenvel graag hebben voor zijn Carool maar de groep vertelt hem dat dit de goede maat niet is.

hippie town of Canada: NelsonWe rijden nu op Highway 95 en schieten aardig op richting Nelson. Bij Wynndel nemen we de Highway 3A en komen nog door Sirdar, Sanca en Procter voordat we om 16:30 Nelson binnen rijden met 327 mijlen op de teller. Het uur tijdsverschil met Alberta hebben we hier al verrekend. Nelson ligt in het West Arm Provinciaal Park. Bij het binnenrijden van Nelson worden we begroet door een hippie die langs de kant van de weg "peace, peace" staat te roepen.

Terwijl we staan te wachten op Ed met de kamersleutels lopen er nog enkele vreemde figuren voorbij, allemaal hippie's die zo uit de jaren 60 gestapt kunnen zijn. Een Jzeus-achtige jongen loopt heupwiegend voorbij in een jurk en een schoudertasje en begroet ons met "Hey Guys"".

Het Hotel Best Western Baker Street Inn ligt midden in het centrum van Nelson. Nelson ligt aan de rand van het gigantische Kootenay meer en het lijkt wel of ze hier de klok 50 jaar hebben teruggedraaid. Nelson is in 1870 opgericht door gouddelvers, er werd langs het Kootenay meer veel goud en zilver gevonden.

Nadat we de tassen in de kamers gebracht hadden en ons wat opgefrist hadden zijn we naar de hotelbar gegaan voor een koele versnapering. De flessen Budweiser werden opengetrokken maar bij de tweede bestelling bleek het op te zijn. Zeker niet op zo'n grote toeloop gerekend ? Na wat experimenteren met andere merken zoals Canadian en Kokanee besloten we toch maar even het stadje in te lopen.

Wanneer het lekker weer is, maken we vaker stops tijdens onze motorreis door Canada in 2008Aan het water is het altijd gezellig zegt Geer, maar hij bedoelt aan de Maas natuurlijk want hier is niet veel gezelligheid te vinden. Wel veel hippie's, massa's hippie's die in dit stadje zijn neergestreken.

Met muziekinstrumenten lopen ze overal rond om hun stekkie en hun stickie te vinden, dat belooft wat voor vanavond. We vinden een terras en nemen wat te drinken. Als we op de kaart kijken wat er te eten is besluiten we toch maar om in het hotel te gaan eten.

slappe humor met Gerard als middelpuntAls Gerard even naar de WC is ruilen we zijn stoel om voor een kinderstoel, dat is weer lachen als hij terug komt. En de serveerster maar denken wat zijn dit voor rare snuiters.

Het eten is daar prima en we ontmoeten een Amsterdammer die al 40 jaar in Canada woont en een soort vertegenwoordiger in geneesmiddelen is. Hij legt aan Ed uit hoe we op een mooie manier naar Kelowna kunnen komen maar dat weten we zelf al: met de Harley's.

Na het eten gaan er een paar van ons nog even in het stadje kijken hoe het met de hippie's is. We komen bij een tent waar muziek wordt gespeeld en we moeten $ 10,00 betalen om binnen te komen. Nou al krijg ik $ 100,00 toe dan wil ik niet naar binnen, alleen het langslopen is genoeg om 2 dagen in de z(w)evende hemel te verkeren. Er staan dus ook veel mensen voor de deur en niet binnen. Op het terras zitten de hippie's muziek te maken terwijl de meisjes er bij dansen. We drinken op een ander terras een biertje en sluiten daarmee de dag af.



| Naar de indexpagina | Naar de vorige pagina | Naar de volgende pagina |